Van het een komt het ander…

Gisteren rolde ik zo van uit het een in het ander miMakkermoment, gewoon zonder rode neus , maar wel met de voelsprieten aan. Op de PG afdeling wilde, nee moest mevrouw perse naar huis en ze stond vasthoudend bij de deur. Diverse collega’s probeerden haar vriendelijk mee te lokken naar de woonkamer.

Mevrouw werd steeds geagiteerder en ze riepen mij erbij. Mevrouw bekeek me argwanend toen ik rustig bij haar ging staan en de rest allemaal wegstuurde. Ik voelde al dat ze zeer vasthoudend was deze keer.

Toevallig moest ik ook de deur uit om iets terug te brengen , dus ik stak mijn arm uit en mevrouw kwam al mopperend mee. Ook in de lift kwam de stoom nog uit haar oren. Ik heb haar aangehoord en helemaal gelijk gegeven. Vaak is ze zwak op de benen ,maar nu liep ze met een sneltreinvaart. Mijn boodschap was gedaan en mevrouw moest verder. Helaas wisten we beiden niet de weg. Op haar richtingsgevoel kwamen we toch bij een uitgang van het complex.

Zonder jas en met weinig spek op haar ribben. Maar ze moest en zou naar buiten. Gelukkig had ze een sjaal in haar rollator liggen en deze heb ik haar omgeslagen. Daar gingen we ( richting hoofdingang om het hoekje) . Ondertussen haar flink warm wrijvend..

Daar herkende ze de ingang, hier moest ze zijn. Binnen was het lekker warm en bij onze huis papagaai stond een uitnodigende stoel. Wat was ze blij om te gaan zitten , en ik ook. Ik heb haar lekker warm gewreven en ze was nu ontspannen. Haar vrolijke humoristische diepgaande aard kwam weer naar boven. We hebben gekletst , voor de papagaai gezongen en ik heb zelfs een paar mooie gedichten voorgelezen.

Tot het bijna etenstijd was en tijd om naar de afdeling te gaan. De lift is een prachtig podium om in een goeie stemming te komen en een liedje in te zetten. Zo kwamen we de groep weer binnen, zingend :”Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht” . Haar sjaal was uiteraard de mantel.

De rest bekeek ons eens met een blik van , daar heb je die weer maar wij hadden lol.

Samen zijn we aan tafel gaan zitten, ik voelde dat ze nog niet klaar was om het contact af te ronden, dus ik pakte mijn onzinhaakwerk..en uiteraard rolde de bol garen weg. Wat niet onopgemerkt bleef bij de anderen. “Heej, dea bol is gevalle! ”

Op dat moment had ik de aandacht van alle bewoners en buitte dit uiteraard uit. Gefragmenteerd onhandig wilde ik het bolletje pakken, maar schopte het natuurlijk nog verder weg, zodat ik midden in de kamer stond.

Alle ogen op me gericht, dus die hele bol garen en ik en de tafel kwamen in de knoop, met alle commentaar op de koop toe. En plezier en vooral adviezen. Aan tafel was mevrouw druk in de weer om het garen in het gareel te krijgen, wat uiteraard niet lukte door mijn onhandigheid. Ze genoot van het geklooi.

Op gegeven moment was het vrijwel los en had ik een lange draad. Ideaal om mee te gaan touwtje springen. Dus ik ging draaien en zingen.. in spin.. de bocht gaat in.. Verbaasde blikken van wat doet ze nou weer.

In de deuropening komt een meneer aanrollen, hij twijfelt of hij de kamer in zal gaan. Het springtouw wordt nu een erehaag en meneer rolt trots eronderdoor om aan te schuiven aan tafel.

Ondertussen heb ik mijn garen onder controle en ga weer rustig zitten . Meneer kijkt me vrolijk aan en vraagt mijn telefoon nummer. Hij wil met mij naar zijn broer op bezoek, want zijn broer had gezegd dat ik toch wel een bijzonder type was. Hoe ik met de bewoners omga.

Tja, dat is inderdaat zo, maar mijn telefoonnummer wist ik op dat moment niet meer.

Dit lange epistel is een half uurtje van een gewone ongewone werkdag. Dit zijn altijd de cadeautjes om op terug te kijken..

Geef een reactie