Vrouwtje Theelepel

“Ik ben boos !

Ik sta hier in de voorraadkast want ik moet hier zijn ! En voor me staat een  vrouwmens me te zeggen dat ik weg moet.! Nee , dus, dat wil ik niet en ik ga ook niet en ik haal uit met mijn hand en mopper eens flink.

En ze blijft daar nog staan ook nog !!!!Lacht een beetje, lacht ze me uit ?

Laat me toch met rust……….

Daar komt er nog één aan, wat moet die nou weer van me?

Die zegt niks!

Kijkt me rustig aan en steekt alleen uitnodigend een hand uit……daar wil ik wel in mee gaan. Hand in hand neemt ze me mee naar de grote deur naar??????

Oooh ja, daar achter die deur ben ik wel eens geweest en ik kijk de ander vriendelijk aan. Er gaat een andere deur open en we staan in een klein hokje. De ander doet voorzichtig mijn servet af . Deze leg ik mooi gevouwen over mijn arm. In mijn andere hand heb ik een klein zeehondje.

Ja, tevreden kan ik zo verder.

Een andere deur gaat open en ik steek mijn arm door de uitgestoken arm van de ander.

Waar ben ik nu?  Wat is dat groot? Ik kijk mijn ogen uit en vertel wat ik zie. De ander zegt niet veel en laat mij vertellen , geeft alleen soms een kort antwoord of knikt haar hoofd. Ze vindt de deuren ook heel mooi..

Ik vind het veeeeeel deuren… en loop nieuwsgierig verder. Er komt iemand aan en ik zeg vriendelijk “gooiedaag”en knik maar eens.

Een stukje verder zitten daar mensen op een rij.  Mmmm, wat zijn die daar aan het doen?  Gelukkig wil de ander dat ook wel weten en samen knopen we een gesprekje aan.   Ik wens hun maar succes , want het ze zitten er netjes bij.

Dan gaan we verder, we gaan een hoek om.  Een lange blinkende en brede gang zie ik voor me. Ben ik op school? Hier moeten de kinderen leren.  De ander denkt ook dat we op school zijn en we lopen nieuwsgierig door. Ik vraag wie dat toch allemaal moet poetsen, dat is veel!

Maar het ziet er wel heel netjes uit, samen gaan we weer een hoek om . Wat is dat fijn om zo mijn eigen gang te gaan, ik weet de weg niet , maar ik ben ook niet alleen.   Daar is een deur open en de ander neemt me mee naar binnen.  Allaah dan, ik ga maar mee. Het is  donker hier, maar mijn nieuwsgierigheid wint en ik laat me overhalen om op een rare tovertegel te gaan staan ( ik weet niet dat ik in een snoezelruimte ben , bestond in mijn tijd nog niet ) als ik mijn voeten beweeg zie ik kleuren en vormen. Dat vind ik wel mooi .

De ander wil me meenemen de ruimte in , maar daar ben ik het niet mee eens!   Ik draai me om en ben vliegensvlug de ruimte uit en ga mijn eigen weg.  Wat denkt ze wel niet, ik doe wat ik wil !

Ze loopt wel met me mee  en we ontdekken een andere ruimte, met veel stoelen , mooie ramen  en kaarsjes.  De ander zegt dat ik in de kerk ben.

Ja, dat herken ik wel en ik krijg een koude rilling.. Brrr.

De ander ziet het en ze legt mijn servet om mijn nek, dat is warmer. Ik doe hem wel zelf precies hoe ik het wil . Het oog wil ook wat. Heerlijk.

Maar nu wil ik weg hier.  Ik loop mijn neus achterna en kom in een grote warme gezellig ruimte met stoelen en mensen en een mevrouw die vriendelijk goeiedag zegt.  Dat vind ik fijn en zeg ook gedag.

Op de grond is een streep, dat is apart en samen met de ander volgen we deze lijn. En we kijken rustig eens rond.  De ander wijst  grote dingen aan op de muur, ze zijn heel mooi en blinken.. Ik denk dat we daar wel mee kunnen eten.  Dan zeggen we gedag tegen de mevrouw en gaan verder. Ik vind het prachtig wat ik allemaal zie.

Voor me lopen mensen, en voordat ik het in de gaten heb is mijn eigen ander weg en moet ik met een man mee. Maar dat doe ik niet en ik begin te mopperen.. Gelukkig heeft de ander het in de gaten en ze komt terug.  Ze pakt mijn hand, dat is fijn. Ze heeft nu ineens een ding vast waar ze mee rolt, daar zit er een in!  Ik loop maar mee en probeer dat ding ook vast te houden , maar weet niet waar.

Dan  zijn we weer ineens in dat donkere hok en ik ben zeer verontwaardigd. Hoe kan ze me weer hier mee naar toenemen  , en ik draai me om en ga boos weg. Dat  ze maar stikt, onbetrouwbaar type. Er loopt een mevrouw en ik roep haar.  Gelukkig, ze komt en luistert naar mij. Ik vertel over de ander die me dat geflikt heeft. Ze begrijpt me . 

Ze praat met de ander en dan gaat ze weer, ik durf het wel weer aan om de ander bij de hand te pakken. Ik begin onderhand moe te worden.

We lopen samen weer de gang door en ik verbaas me weer over het vele poetswerk wat hier is.

Stukje verder zitten nog steeds die mensen en ik zeg netjes goeiedag en bekijk ze eens vriendelijk.  De ander neemt me voorzichtig mee.

Er komt iemand voorbijgelopen die goeiedag zegt en weer vaart geeft.

Als we het hoekje omlopen zie ik hem de trap op gaan.

Ja, maar dat doe ik niet!  Ik ga toch niet de trap op en ik draai me gauw om en loop terug.  Ik voel me weer boos worden en  voel het in mijn buik.  En die ander…pffffff… laat me met rust…

Ze loopt met me mee en wil me laten zitten . Daar heb ik ook geen zin in. Er zijn gelukkig een paar mensen waar ik  mijn verontwaardiging kan uiten.  Ik loop daar naar toe. En die andere troel?  Die zegt niks  ,maar gaat rustig op het tafeltje er tussen in zitten. Ik mag niet eens dicht bij die mensen komen.  Ik draai me om en loop weg… daar komt weer iemand aan, en deze persoon neemt me nu mee. 

Mmm, vertrouw ik dit ? Het gaat weer richting de trap…toch ga ik maar mee    . De ander laat ik op haar tafeltje zitten……

Later zit ik weer op mijn plekje in de huiskamer bij het raam.  De servet nog steeds als sjaal omgebonden… en bekijk wat er om me heen gebeurt.”

Zo stel ik me voor dat een voor ons simpele wandeling door de instelling voor onze mensen een heel avontuur kan zijn. Ik ervaar het als een gunst als ik het zo met hun ogen en ervaringen mag meebeleven.

En het is zo eenvoudig. We hadden een hele snoezelruimte in herfst sfeer gebouwd. Niet voor ons Vrouwtje Theelepel.